Kasteel Limbricht is gelegen in de nabijheid van bossen en aan de rand van het gelijknamige dorpje Limbricht dat tegenwoordig deel uitmaakt van de gemeente Sittard-Geleen. Het kasteelcomplex en bestaat uit een burcht en een kasteelboerderij als voorburcht. Een chronogram op de ingangspoort vermeldt het jaartal 1622 als het bouwjaar van de burcht. In de achtervleugel is een vierkante traptoren opgenomen met een dubbele knobbelspits. Tevens bevindt zich hierin een vijfzijdige slotkapel uit 1643, voorzien van een stucplafond. De voorburcht is een U-vormige kasteelhoeve voorzien van de jaarankers '1630' en is in verschillende bouwfases tot stand gekomen.
De geschiedenis van de motteburcht gaat waarschijnlijk terug tot de 10e eeuw. In de vroege middeleeuwen verrees hierop vermoedelijk een houten toren of houten motteburcht. Later werden deze houten constructies vervangen door stenen bouwwerken. Zeker is dat onder de huidige bebouwing de restanten zijn gevonden van een vermoedelijk 12e-eeuwse ronde donjon opgetrokken uit natuurstenen metselwerk en die later, omstreeks 1250, herbouwd is. In 1457 komt het kasteel in bezit van de familie Scheiffart van Merode die de burcht ruim anderhalve eeuw zou bewonen. Echter in 1579, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, logeert de hertog van Parma op het kasteel waarbij plundering en verwoesting zou plaatsvinden. In 1619 had Johan V Scheiffart van Merode, heer van Limbricht, de bedoeling 'de heerlyckheyt te submitteren aan den Culiksen Raede van Düsseldorf'. Maar na problemen over de erfopvolging in de Scheiffart de Merode familie, komt het kasteel ten slotte toe aan Nicolaas van Breyll, voorheen Nicolaas Mulrepas genaamd, de bouwer van het huidige kasteel.
In 1705 overlijdt de laatste telg uit het geslacht Van Breyll, Elisabeth Cecilia van Breyll. Het bezit gaat over naar de familie Bentinck in de persoon van Frans Nicolaas, baron van Bentinck. In 1794, bij het binnenvallen van de Fransen moet de familie Bentinck haar bezittingen opgeven. In 1810 wordt het kasteel aangekocht door de familie Michiels van Kessenich, die het gebouw als jachtslot ging gebruiken. In de jaren 1813 en 1814 diende het kasteel als lazaret voor duizenden zieke en gewonde Franse soldaten, die terugkeerden van de volkerenslag bij Leipzig. Veel van deze soldaten leden aan dysenterie en ze werden verzorgd door de lokale bevolking. Een groot aantal van hen (687 soldaten) overleefden het niet en ze werden begraven op het Franse kerkhof in Limbricht. Ook een aantal Limbrichtenaren moesten hun inspanning voor de soldaten bekopen met de dood.
In 1917 werd het kasteel gebruikt als een interneringskamp voor Duitse krijgsgevangenen die de Belgisch-Nederlandse grens overschreden en door de Nederlandse overheid als smokkelaar werden opgepakt. Anno 2020 is het kasteel in bezit van de 'Stichting Kasteel Limbricht'. Het complex is in de vijftiger en zestig-zeventiger jaren door de stichting grondig gerestaureerd, waarbij de in de Tweede Wereldoorlog verwoeste oostvleugel werd herbouwd, getuige de jaarankers '1969' op het gebouw. De voorburcht wordt gebruikt als multifunctioneel horecacentrum met een restaurant, vergader-, conferentie- en feestzalen. Ook is kasteel Limbricht een officiële trouwlocatie. De hoofdburcht heeft in de loop der jaren aan diverse bedrijven onderdak geboden en wordt sinds 2017 nader verbouwd.
© Entgen-Luitjen. All Rights Reserved. Designed by HTML Codex