Entgen Luijten

Maak kennis met Entgen

Entgen Luyten werd geboren in Geleen-Lutterade tegen het einde van de 16e eeuw, en overleed in Limbricht op 9 oktober 1674 in gevangenschap, onder verdachte omstandigheden. Tegen haar werd het laatste heksenproces op het grondgebied van het huidige Nederland gevoerd. Limbricht behoorde echter in 1674 niet tot de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, maar tot het hertogdom Gulik.

Het proces tegen Entgen, die al sinds ongeveer 1630 in Limbricht woonde, en weduwe was van Jacobus Boven die Erdt, vond plaats in de tijd dat Herman Winand van Breyll heer van Limbricht was. Zij werd juli 1674 gevangengezet in de kerker van kasteel Limbricht, en beschuldigd van “Hexerei oder quaede Zauberei”.

De Aanklachten

Op 21 juli werd Entgen Luyten voor het eerst verhoord aan de hand van vragen opgesteld door Herman Tacken, de openbare aanklager van de schepenbank Limbricht. Op 29 juli volgde een tweede verhoor. Entgen Luyten ontkende zich aan hekserij of toverij schuldig te hebben gemaakt. Op 4 augustus diende Tacken een ‘Klaglibell’ (aanklacht) in met liefst 31 punten, waarover Entgen diezelfde dag nog verhoord werd. Later in augustus werden liefst tien getuigen over deze ‘Klaglibell’ gehoord. Enkele voorbeelden van de aanklachten: Gort van Neusz, ‘bierhouder op Lichtenberg’, zou 26 jaar geleden een slok bier genomen hebben uit dezelfde pot waaruit Entgen Luyten ook gedronken had. Van Neusz beweerde dat het een kwade dronk zou zijn geweest, die hem in het graf zou brengen, en, nadat hij ziek werd beweerde hij tot het laatst toe dat Entgen hem betoverd had.

Entgen zou ook het meisje Aleth Bruggen betoverd hebben die in 1668 (geheel gezond) naast haar in het veld had gezeten maar onwel was opgestaan en ‘betoverd, lam en kreupel naar bed gedragen moest worden. De betovering zou pas zijn pas verbroken nadat Aleth bij Entgen “umb Gottes wille” om brood en zout had gebedeld en gekregen. Daarna zouden drie koeien van Ziets Bruggen, de vader van Aleth, ziek zijn geworden en gestorven zijn. Ziets meende dat ze door Entgen Luyten betoverd waren, en maakte haar toen openlijk uit voor heks. Daarop startte Entgen op 10 september 1668 een smaadproces’ tegen Ziets, waarbij ze liefst 500 goudgulden schadevergoeding eiste. Na ongeveer een jaar staakte Entgen Luyten echter de vervolging. Tijdens het heksenproces werd haar daarom verweten dat ze niet genoeg gedaan had om haar reputatie te zuiveren.

Het Proces

Entgen bleef deze en alle andere beschuldigingen bijvoorbeeld over op raadselachtige wijze gestorven paarden, ontkennen, ook al bevestigden de getuigen in het algemeen de aanklachten die aanklager Herman Tacken had ingebracht. Daarom verzocht hij eind augustus om Entgen te laten martelen om haar zo tot een bekentenis te dwingen. De schepenbank besloot echter op 10 september dat er eerst extern onafhankelijk advies moest worden ingewonnen. Op 3 oktober volgde nóg een verhoor, omdat Entgen de gerechtsbode verteld zou hebben dat ze van de duivel bezeten zou zijn. Ook deze gegevens werden toegevoegd aan de stukken waarover extern advies werd ingewonnen.

Voordat dit advies er kwam, werd Entgen op 9 oktober dood aangetroffen in haar cel. De lijkschouwers stelden vast dat zij gewurgd was. Opnieuw werd extern advies gehaald bij de onpartijdige jurist Nicolaas Helgers. Die concludeerde echter, tegen de conclusie van de lijkschouwers in, dat het om zelfmoord ging, en dat dit uitgelegd kon worden als een schuldbekentenis. Hij adviseerde daarom dat het lichaam van Entgen door de lokale vilder met paarden naar de galg gesleept moest worden om het daar te begraven. Een gewoon graf in gewijde grond werd Entgen ontzegd. De galg stond in Einighausen, langs de tegenwoordige Bergerweg. De vraag wie Entgen vermoord heeft, blijft onbeantwoord.

Bronvermelding

Recent detailonderzoek van de originele processtukken heeft veel nieuwe gezichtspunten over het proces opgeleverd. Bovenstaande tekst is gebaseerd op de huidige Wikipediapagina ‘Entgen Luyten’, maar is zodanig aangepast dat er geen tegenspraak is met de bevindingen in genoemd onderzoek. De volledige resultaten van het onderzoek zullen in november 2022 in boekvorm verschijnen. (zie: Federatie Historie Sittard-Geleen-Born: St. Monografieën L.v. Sittard). Daaruit zal blijken dat het oudste artikel over het proces tegen Entgen uit 1903 (door J.J. de Wit gepubliceerd in ‘Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Duché de Limbourg’) en alle publicaties daarna, die er allemaal op enigerlei wijze van zijn afgeleid, ver afstaan van hetgeen er werkelijk gebeurd is. Dat geldt ook voor het openluchtspel en de roman ‘De heks van Limborgh’ van Herman Veugelers uit 1993 respectievelijk 2000, en de bestseller roman ‘De heks van Limbricht’ van Susan Smit uit 2021. In beide gevallen wordt overigens niet gepretendeerd 100% de historische feiten te volgen - historie die bovendien recent naar aanleiding van het onderzoek nieuwe feiten kent.

© Entgen-Luitjen. All Rights Reserved. Designed by HTML Codex